Omschrijving:
Zaaknummer: 2023-069756 Burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam, Gelet op: de bepalingen in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) en de Algemene wet bestuursrecht; Overwegende: dat de gemeente Veendam bij wil dragen aan de klimaatdoelstelling ten aanzien van het reduceren van de broeikasgasemmissies; dat elektrisch vervoer hieraan een belangrijke bijdrage levert en de afgelopen jaren gegroeid is in Nederland en fors zal groeien in de komende jaren; dat onder elektrisch vervoer en elektrische voertuigen in het geval van dit besluit wordt verstaan auto’s die aangedreven worden door een elektromotor en minimaal 45 km elektrisch kunnen rijden op één acculading; dat één van de belemmeringen voor een snelle opmars van elektrisch vervoer in Nederland de beschikbaarheid van openbare laadmogelijkheden is; dat eigenaren van elektrische voertuigen niet altijd de mogelijkheid hebben om op eigen terrein een laadpunt te realiseren, waardoor zij voor het laden zijn aangewezen op de openbare ruimte; dat de gemeente Veendam het belangrijk vindt dat bezoekers van Veendam, die met een elek-trisch voertuig komen, de gelegenheid hebben om hun voertuig in de openbare ruimte te laden; dat het daarom wenselijk is, zo niet noodzakelijk, dat er op openbare locaties voldoende mogelijkheden aanwezig zijn om deze elektrische auto’s op te laden c.q. dat er voldoende oplaadpunten beschikbaar zijn; dat onvoldoende beschikbaarheid van openbare laadmogelijkheden een belemmering vormt voor de snelle opmars van elektrisch vervoer in Nederland; dat daarom in het verleden een ‘Plankaart openbare laadinfrastructuur’ is opgesteld waarin de mogelijke laadlocaties zijn bepaald, waar op basis van een (geldige) aanvraag en/of behoefte een laadpaal kan worden geplaatst; dat de mogelijke laadlocaties op de ‘Plankaart’ zijn bepaald aan de hand van een toekomstprognose per wijk (tot en met 2025) en een analyse van de ruimtelijke geschiktheid, de parkeerdruk en de aansluitmogelijkheden op het laagspanningsnet; dat daarnaast tevens rekening is gehouden met het verkrijgen van een dekkend laadnetwerk binnen de bebouwde kom en een maximale loopafstand van 250 meter voor de (toekomstige) gebruiker; dat die plankaart inmiddels is geactualiseerd naar een toekomstprognose per wijk tot en met 2030; dat met die geactusaliseerde prognose het huidige laadnetwerk niet meer in alle wijken en plekken in de gemeente dekkend is en er daarom laadlocaties moeten worden toegevoegd; dat dit ook geldt voor het Lloydsterras nabij het centrum van Veendam, door de vestiging van nieuwe bedrijven en de realisatie van nieuwe woningen aldaar; dat die dekkendheid met de aanwijzing van een tweetal extra parkeerplaatsen op het parkeerterrein nabij Lloydsterras 10 in Veendam ten behoeve het opladen van elektrische voertuigen weer verkregen wordt; dat de gemeente vanuit samenwerking in het project voor de realisering van publieke laadinfrastructuur in de provincies Groningen en Drenthe middels aanbesteding voor de komende jaren een concessiehouder heeft geselecteerd voor wat betreft het leveren van diensten met betrekking tot het laden van elektrische voertuigen; dat het voor zowel de gebruiker als voor de concessiehouder van belang is dat een laadpaal beschikbaar is voor het laden van elektrische voertuigen en daarom vrijgehouden moet worden van voertuigen die enkel worden aangedreven door een brandstofmotor; dat de gemeente de bevoegdheid heeft om parkeerplaatsen te reserveren voor uitsluitend het opladen van elektrische voertuigen, door middel van een verkeersbesluit; dat een laadpaal twee oplaadpunten heeft en een laadplein de mogelijkheid biedt om in de toekomst uit te breiden naar meerdere laadpunten; dat vooralsnog in dit verzamelverkeersbesluit voor laadpleinen uitgegaan wordt van twee laadpunten; dat er daarvoor bij iedere paal van de Plankaart twee parkeerplaatsen worden gereserveerd als parkeerplaats uitsluitend bedoeld voor het opladen van elektrische auto’s; dat bij het daadwerkelijk starten van een laaddienst op één van de locaties, in eerste instantie slechts één parkeerplaats wordt ingericht als laadplaats uitsluitend bedoeld voor het opladen van elektrische auto’s; dat de tweede parkeerplaats in eerste instantie door elke auto gebruikt mag worden; dat bij toenemend gebruik van de laadpaal op verzoek van de concessiehouder ook de tweede parkeerplaats wordt ingericht als laadplaats uitsluitend bedoeld voor het opladen van elektrische auto’s; dat de wettelijke basis voor oplaadplaatsen ligt in artikel 24, eerste lid, onderdeel van het RVV1990, waarin staat dat het verboden is te parkeren op een parkeergelegenheid, op een andere wijze of met een ander doel dan op het bord of op het onderbord is aangegeven; dat het voor handhavende instanties en andere weggebruikers herkenbaar is dat het elektrische voertuig aan het laden is door een (vergrendelde) laadkabel die openbare laadpaal en het elektrische voertuig met elkaar verbindt; dat de laadpaal een openbare voorziening is en daarmee voor iedereen 24/7 toegankelijk is; dat de aanwijzing van een parkeerplaats voor elektrische voertuigen ten koste gaat van een algemene voor het openbare rij- en ander verkeer openstaande parkeerplaats; dat aan dit verkeersbesluit de volgende belangen, als bedoeld in artikel 2 van de WVW 1994 ten grondslag liggen: - het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan; - het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer; - het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden; - het bevorderen van een doelmatig of zuinig energiegebruik; dat op grond van van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeers-besluit moet worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW genoemde verkeerstekens, alsmede voor de onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd; dat er door deze maatregel geen zwaarwegende nadelige gevolgen voor andere weggebruikers ontstaan; dat door deze maatregel het algemeen verkeersbelang, de veiligheid op de weg en de bescherming van de weggebruikers op de betreffende weggedeelten wordt gediend; dat de genoemde wegen in eigendom, beheer en onderhoud zijn van de gemeente Veendam en binnen de bebouwde kom zijn gelegen; dat met het van kracht worden van dit besluit eerdere verkeersmaatregelen in het onderhavige verkeersgebied komen te vervallen indien deze met dit besluit in strijd zijn dan wel hiermee niet in overeenstemming zijn; dat hierover overeenkomstig artikel 24 BABW overleg is gevoerd met de Politie Eenheid Noord Nederland, DROS Infrastructuur; dat zij hierover ten aanzien van het aspect handhaafbaarheid positief heeft geadviseerd; Besluiten: Tot het aanwijzen en inrichten van twee parkeerplaatsen op het parkeerterrein nabij Lloydsterras 10 in Veendam uitsluitend bedoeld voor het opladen van elektrische voertuigen, door: - plaatsing van verkeersbord E8c van bijlage I van het RVV 1990 met een onderbord “geldt voor twee parkeervakken” (OB504); - zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende tekening met nr. VB-2023-16, d.d. 08-11-2023; maar wel onder de opschortende voorwaarden dat: a. het verkeersbesluit voor een locatie pas inwerking treedt als de concessiehouder voor laad- diensten een verzoek bij de gemeente indient om op die locatie een laaddienst te starten; b. het verkeersbesluit in eerste instantie geldt voor één van de twee aangewezen parkeerplaat- sen op de betreffende laadlocatie en die parkeerplaats conform het besluit wordt ingericht; c. bij voldoende gebruik van de laadvoorziening en op verzoek van de concessiehouder het besluit ook voor de tweede parkeerplaats gaat gelden nadat deze conform het besluit is ingericht; Dit besluit in werking te laten treden op de dag volgend op die waarop het openbaar bekend is gemaakt; Voor dit besluit een maximale uitvoeringstermijn te hanteren tot en met 31 december 2029. Indien na het verstrijken van deze termijn nog geen uitvoering is gegeven aan een locatie - door het plaatsen van verkeersbord E8c, vervalt het desbetreffende (deel)besluit voor deze locatie; Dit besluit bekend te maken door publicatie op de site van de overheid (www.officiëlebekendmakingen.nl) als ook op de site van de gemeente Veendam (www.veendam.nl/bekendmakingen); Een afschrift van dit besluit en de bijbehorende tekening te zenden aan: - Politie Eenheid Noord Nederland, DROS Infrastructuur, Postbus 107, 9400 AC Assen; - Afdeling Fysieke Leefomgeving van de gemeente Veendam, team Buitendienst; - Afdeling Fysieke Leefomgeving van de gemeente Veendam, team Ruimtelijke Ordening. Bezwaar en beroep Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden binnen 6 weken (ingaande op de dag van publicatie van dit besluit) een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Veendam, Postbus 20004, 9640 PA VEENDAM. U kunt ook online bezwaar aantekenen; ga hiervoor naar www.veendam.nl/bezwaar. Let op: hiervoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Tegen de beslissing op het bezwaarschrift staat daarna nog beroep open. Voorlopige voorziening Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit niet. Als u vindt dat u hierdoor in uw belangen wordt geschaad, kunt u een voorlopige voorziening vragen bij de President van de Rechtbank Noord-Nederland locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd, treedt het besluit pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen.
Deel dit artikel met buren en kennissen!
Redactie Nieuwsuitveendam.nl
Wij houden je op de hoogte van alle bekendmakingen vanuit de gemeente.
Laatste blogs